Gezien de intensivering van het juridische geschil tussen de Ripple en de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) deelde onlangs de belangrijkste juridische functionaris van het bedrijf, Stuart Alderoty, opmerkingen waarin hij enkele misverstanden in de lopende zaak ophelderde. Er circuleerde informatie in de cryptocurrency-gemeenschap dat er deze week een belangrijke ontwikkeling zou plaatsvinden in de Ripple-zaak.
De verduidelijking kwam nadat enkele leden van de cryptogemeenschap op platform X nieuws hadden gedeeld over de laatste pre-trial conferentie in het proces die deze week zou plaatsvinden, waarbij ze benadrukten dat dit erg belangrijk zou zijn voor de zaak.
Alderoty benadrukte echter dat deze laatste pre-trial conferentie niet zal plaatsvinden omdat de toezichthouder de aanklacht tegen de CEO van het bedrijf heeft laten vallen. Ripple, Brad Garlinghouse, en oprichter, Chris Larsen.
In zijn verklaring benadrukte de juridisch directeur van het bedrijf de volgende weg voorwaarts in het juridische geschil, waarbij hij benadrukte dat de volgende belangrijke datum in het proces is dat Ripple zijn reactie moet sturen op het boeteverzoek van het bedrijf. SEC tot 22 april. De toezichthouder heeft tot 6 mei de tijd om met een reactie te komen.
“Ik zie enige verwarring over de volgende stappen in de SEC vs. Rimpeling. Ter verduidelijking: Ripple zal vóór 22 april reageren op het boeteverzoek van de SEC en de SEC heeft tot 6 mei de tijd om te reageren. Er is geen definitieve conferentie vóór het proces omdat de SEC de aanklachten tegen Brad Garlinghousee en Chris Larsen heeft afgewezen”, schreef Alderoty.
Ik zie enige verwarring over de volgende stappen met de SEC vs. Rimpel geval. Ter verduidelijking: Ripple zal vóór 22 april reageren op het verzoek van de SEC om boetes in te dienen en de SEC heeft tot 6 mei de tijd om te reageren. Er is geen definitieve conferentie vóór het proces omdat de SEC de aanklachten tegen... https://t.co/Jn5Pw5rM30
- Stuart Alderoty (@s_alderoty) 16 april 2024
De juridische strijd tussen Ripple en SEC wordt heviger met claims van institutionele beleggers
De juridische botsing tussen Ripple en de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) is de laatste tijd geïntensiveerd. De centrale controverse betreft de beschuldigingen dat Ripple bepaalde institutionele beleggers heeft gediscrimineerd tijdens de verkoop van XRP via zijn On-Demand Liquidity-platform. Het geschil begon in december 2020, waarbij Ripple ervan werd beschuldigd een effectenuitgifte te hebben gedaan zonder de juiste registraties.
Het huidige knelpunt in het geschil is het vermeende onvermogen van Ripple om kortingen bekend te maken die aan bepaalde institutionele beleggers zijn aangeboden. De SEC stelt dat dit gebrek aan transparantie andere investeerders had kunnen schaden, waardoor een oneerlijk voordeel ontstond. Een recente beslissing van het Second Circuit Court of Appeals in de Aron Govil-zaak heeft echter mogelijk nieuw leven in de verdediging van Ripple geblazen. Deze beslissing bepaalde dat de SEC een verkoper niet kan dwingen winst terug te geven als er geen bewijs is van financiële verliezen aan de kant van de kopers.