Jamie Dimon, CEO van JPMorgan Chase, de grootste bank in de Verenigde Staten, uitte tijdens de publicatie van de financiële resultaten over het eerste kwartaal van het bedrijf grote zorgen over de mondiale economische toekomst. Volgens Dimon omvatten de belangrijkste bedreigingen de aanhoudende inflatie en de toename van nieuwe gewelddadige conflicten, die een onzeker mondiaal scenario vertegenwoordigen.
Tijdens een telefonische vergadering met journalistenbenadrukte Dimon dat, ondanks dat veel economische indicatoren een gunstige trend laten zien, de horizon aanzienlijke onzekerheden met zich meebrengt. “Het mondiale beeld is verontrustend – verschrikkelijke oorlogen en geweld blijven lijden veroorzaken en de geopolitieke spanningen lopen op”, aldus Dimon. Hij benadrukte ook dat de inflatie tekenen vertoont van een blijvende en zorgwekkende druk op de wereldeconomie.
Naast deze factoren wees Dimon op de ongekende ervaring met grootschalige kwantitatieve verkrapping. “We hebben nog nooit echt het volledige effect van kwantitatieve verkrapping op deze schaal ervaren. We weten niet hoe deze factoren zullen uitwerken, maar we moeten het bedrijf voorbereiden op een breed scala aan potentiële omgevingen om ervoor te zorgen dat we er consequent voor klanten kunnen zijn”, legt hij uit.
De CEO van JPMorgan gaf ook commentaar op de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, waarbij hij opmerkte dat de uitkomst van het conflict een beslissende impact zou kunnen hebben op de wereldeconomie, vooral als de gas- en olieprijzen uit de hand lopen.
Met betrekking tot de aandelenmarkt suggereerde Dimon dat er buitensporig optimisme heerst, waarbij mogelijk de risico's van een aanzienlijke neergang worden genegeerd. “Ik denk dat de markten waarschijnlijk ‘te gelukkig’ zijn, en dat de kans op een grote marktdaling en een stagnerende economie ‘groter is dan andere mensen denken’”, zei hij.
De verklaringen van Dimon vielen samen met een daling van 6,4% in de aandelen JPMorgan op de vrijdag na de bekendmaking van de financiële resultaten, waarbij de nettorente-inkomsten een daling van 4% ten opzichte van het voorgaande kwartaal noteerden en uitkwamen op 23,1 miljard dollar.
